De vliegende hollander

De vliegende hollander

door Lode Melis

Een attractie in de Efteling, een opera van Richard Wagner, niet stuk te krijgen die Vliegende Hollander! Het spookschip zit gebeiteld in het geheugen van Nederland en ver daarbuiten.

De legende flitst ons terug naar de zeventiende eeuw toen de Nederlandse schepen van de “Vereenigde Oostindische Compagnie”, kortweg VOC, naar “den Oost” (Indonesië) zeilden. Na zes maanden, negen als het tegenzat, konden ze aanleggen in Batavia (Jakarta). Het lastigste punt van de reis was het ronden van de Kaap De Goede Hoop. Daar had je altijd een sterke stroming en kans op storm.

Dan kon het gebeuren …

De meest ervaren schipper verstijfde van angst wanneer er uit het niets een zwartgeblakerd schip opdook dat met vuurrode zeilen door de lucht kliefde, tegen de wind in! De bemanning bad de hemel: “Bewaar ons goêlien, dat wij nimmer den Vliegenden Hollander zien.” Maar het was al te laat. Het spookschip schoof geruisloos door de romp alsof het lucht was en verdween. Er was geen splintertje schade, alleen werd het even ijskoud …

Sommigen hadden op de voorplecht de schipper gezien, graatmager met witte haren en holle ogen die in het niets staarden. Dat was Willem Van der Decken. Hij was ooit op paasdag uitgevaren. Iedereen had hem nochtans gewaarschuwd dat zoiets ongeluk bracht maar hij had alleen van zich afgebeten: “Al moest ik varen tot in de eeuwigheid, varen zal ik!” Dat was dan ook gebeurd. Van der Decken was gedoemd om eeuwig met zijn schip over de zeeën te zwerven. Wanneer je de Vliegende Hollander te zien kreeg, voorspelde dat een heleboel narigheid tijdens je reis.

Een verzonnen verhaal uit een zeemanskroeg denk je? De kans dat je bij de Kaap de Goede Hoop een “spookschip” zag, was groot! Het is een plek waar twee oceanen samenkomen, de Atlantische en de Indische. Dat geeft tegengestelde zeestromingen en een wind die uit alle richtingen blaast. In een tijd toen er enkel zeilschepen waren, leek het net of een ander schip tegen de wind in zeilde. De Kaap is ook gekend om zijn luchtspiegelingen. Een optisch effect waardoor je een schip boven de horizon ziet verschijnen dat in werkelijkheid mijlenver weg is.

Als er dan nog een flinke storm opstak, werd de Vliegende Hollander realiteit!

In 1880 beweerde de Britse prins George dat hij de Vliegende Hollander zag voor de kust van Australië. Volgens sommigen kwam dat vooral door de whisky. Ook een Duitse U boot signaleerde hem in 1942. Waarschijnlijk zagen ze dit, een luchtspiegeling.

Bron: By Brocken Inaglory - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4366983

Aan boord aan de bak komen

De bak van een zeventiende-eeuws zeilschip was een overdekte ruimte vooraan waar de matrozen hun dagverblijf hadden. Op een Hollands VOC-schip was een bak ook een houten kom waarin je het eten ging halen voor je ploeg. Een groep van zeven man at samen uit één bak. Nu snap je meteen waar de uitdrukking “aan de bak komen” vandaan komt.

Nederlanders spreken over een “goeie bak” (stevige kost) als ze een leuke grap horen. Ook hier is “bak” synoniem van eten.

Een schip vertrok met zoveel mogelijk drinkbaar water aan boord, opgeslagen in grote eiken vaten. Na een tijdje werd het water troebel en kwam er ongedierte in. De matrozen dronken met hun tanden op elkaar om de wormpjes er uit te ziften!

Hetzelfde probleem had je met scheepsbeschuiten, harde dubbel gebakken deegkoeken. Ze bleven lang goed, maar niet lang genoeg. Ervaren zeelui klopten er eerst mee op tafel om de maden eruit te krijgen.

Je moet je voorstellen dat je maanden op zee bent met een driehonderdtal mensen op een beperkte ruimte van ongeveer 43 op 11 meter. Privacy had je niet. Officieren en passagiers hadden achteraan een privé toilet, maar het scheepsvolk moest zijn behoefte doen in open lucht vooraan op de boeg van het schip. Er hing een uitgerafeld touw in het water om je af te wissen.

De discipline was bijzonder streng en dat kwam vooral door de angst voor muiterij. Voor elk vergrijp was er een lijfstraf. Iemand die een mes trok werd met zijn linkerhand met dat mes aan de mast gespijkerd en moest maar zien hoe hij zich loswrikte.

Je zou van minder de Vliegende Hollander gaan zien!

De VOC was de eerste multinational. Dit is het oudste aandeel (1606) en meteen ook het oudste ter wereld! Nederland werd rijk met de specerijhandel. Indonesië arm, uitgebuit en leeggeroofd ...

De kolderstok bataviawerf

In de plaats van een stuurrad hadden de VOC-schepen een rechtopstaande “kolderstok”. Door die stok naar links of rechts te bewegen ging de helmstok in beweging en kon het roer bediend worden (een helmstok waaraan het roer vastzit, zie je nog altijd bij motorbootjes).

Pas midden achttiende eeuw wordt het Engelse systeem van een stuurrad overgenomen.

Je kan alles en nog wat over het leven op zee te weten komen in Lelystad (Nederland). Daar werd een heus VOC-schip, de“Batavia”, nagebouwd. Je kan de werf en het schip bezoeken. Superinteressant! Ga eens kijken op: www.batavialand.nl

Valrepen en wolkenkrabbers

Nog enkele scheepsweetjes op de valreep. Dat was de touwladder die langs het schip hing. Als het schip vertrok en je kon je nog net aan de valreep vastgrijpen, dan was je “op de valreep” nog op tijd aan boord.

De Engelsen hadden al wolkenkrabbers in de achttiende eeuw. Ze noemden het hoogste zeil aan de grote mast een “skyscraper”.

Maar misschien loopt het nu wel de spuigaten uit! Net zoals de gaten in de wand om het overtollige water aan dek te laten afvloeien.