Hoe duurzaam zijn eetbare slakken?

Wetenschappers, overheden, boeren en milieubewuste consumenten zoeken ijverig naar manieren om eiwitrijk voedsel duurzaam te produceren en consumeren. Sommige opties die vandaag gelden als onconventioneel, kunnen zich in de toekomst ontpoppen tot een gangbare toevoeging aan onze maaltijden. Geldt dit ook voor eetbare slakken?

Wereldwijd zijn er verschillende gemeenschappen die eetbare slakken consumeren als onderdeel van de traditionele keuken. De Franse ‘Escargots de Bourgogne’, gekookt met peterselie en kruidenboter, de Marokkaanse ‘bouillon Babbouche’, gebakken slakken uit Kreta in Griekenland genaamd ‘Chochlioi Buburisti’, Nigeriaanse peperslakken en de Koreaanse salade ‘Golbaengi Muchim’ zijn enkele populaire voorbeelden.

Slak op het menu

Slakken zijn weekdieren die zowel op het land als in het water voorkomen. Niet alle soorten die in het wild leven, zijn eetbaar. Onder landslakken worden de wijngaardslak (Helix pomatia) en de segrijnslak (Helix aspersa) vaak geconsumeerd. Ampullariidae of appelslakken staan in veel Aziatische landen op het menu. Verschillende soorten zeeslakken zoals wulken en zeeoren worden over de hele wereld geconsumeerd. Slakken zijn neutraal van smaak en absorberen de smaak van de ingrediënten waarmee ze worden gekookt. Hun textuur is stevig en licht taai, vergelijkbaar met die van inktvissen en mosselen.

Slakken bevatten gemiddeld 16 gram eiwit per 100 gram eetbaar vlees. Dit eiwit wordt als hoog kwalitatief beschouwd omdat het alle essentiële aminozuren bevat die het menselijk lichaam nodig heeft. Het vetgehalte in slakkenvlees is lager dan veel conventionele dierlijke eiwitten, terwijl ze ook een rijke bron van mineralen als ijzer en calcium vormen.

Hoe werkt een slakkenkwekerij?

Net als andere dieren die geschikt zijn voor menselijke consumptie, kun je landslakken kweken. Dat staat bekend als helicultuur. Slakken worden doorgaans in hokken gehouden. Afhankelijk van de grootte van het bedrijf, zijn er verschillende hokken voor de verschillende levensstadia van de slakken. Bij de dagelijks klussen van de slakkenkweker horen onder meer voederen, de hokken schoonmaken, de bodemkwaliteit controleren en de ontwikkeling van de dieren monitoren. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de slakken niet uit hun hok kunnen ontsnappen, aangezien ze dan een pest kunnen vormen voor de landbouw en ernstige gevolgen kunnen hebben voor natuurlijke ecosystemen.

Kweekslakken leven op een dieet van bladeren, fruit, bloemen en zelfs keukenresten. Het kweken van slakken vereist een constante temperatuur, een hoge luchtvochtigheid en een vrij constant dag- en nachtritme. Dit betekent dat boeren buiten tropische en subtropische gebieden moeten investeren in klimaatbeheersingssystemen voor hun slakkenkwekerijen, die zich meestal binnen bevinden.

Milieuvriendelijker dan vlees

In vergelijking met meer ‘conventioneel’ vee zoals koeien, varkens en pluimvee, hebben slakken minder middelen nodig om te groeien en dezelfde hoeveelheid voedzaam vlees te produceren. De koolstofvoetafdruk van slakkenvlees wordt geschat op ongeveer 0,7 kg per 1 kg eetbaar vlees. Ter vergelijking: de koolstofvoetafdruk voor rundvlees, varkensvlees en gevogelte wordt geschat op ongeveer 18 kg, 6 kg en 5,4 kg per kilogram eetbaar vlees. Deze lagere voetafdruk van slakkenvlees is vergelijkbaar met andere bronnen van duurzame bronnen van dierlijke eiwitten zoals meelwormen en kweekmosselen. Dit kan worden toegeschreven aan verschillende factoren. Zo gaat er geen methaanemissies gepaard met de spijsvertering - anders dan bij koeien en schapen, die methaan uitstoten in de vorm van boeren en winden. Ze zetten hun voeder ook efficiënter om in vlees en kunnen leven op plantaardig landbouwafval. Net als de schelpen van tweekleppige weekdieren zoals mosselen en oesters, kunnen slakkenhuizen gebruikt worden voor verschillende doeleinden, bijvoorbeeld als bouwmateriaal, filtratiemedium en supplement voor diervoeder.

Waarom eten we niet meer slakken?

De redenen waarom consumenten niet op grote schaal slakken eten, zijn dezelfde die hen ervan weerhouden om insecten te eten: het is een onbekend voedingsmiddel of er heersen culturele taboes. Omdat de vraag onzeker is, aarzelen boeren om te investeren in helicultuur. Vooralsnog wordt slakkenvlees op grotere schaal gebruikt als veevoer voor pluimvee, varkens en zelfs vis. Indirect helpt dit bij het verlagen van de ecologische voetafdruk van vlees dat van deze dieren wordt geproduceerd, aangezien het kweken van slakken duurzamer is dan verschillende andere soorten diervoeder.

Gezien de stijgende milieukosten voor het produceren van voldoende hoeveelheden eiwitrijk voedsel uit traditionele dierlijke bronnen, zijn consumenten geleidelijk overgestapt op plantaardige bronnen die over het algemeen minder hulpbronnenintensief zijn.2 Een dergelijke verschuiving zou echter een nadelige invloed kunnen hebben op de voedingstoestand van de menselijke bevolking. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om alternatieve, overvloedige en betaalbare eiwitbronnen van dierlijke oorsprong te identificeren.2 Slakken worden al in veel culturen geaccepteerd en maken een sterk pleidooi om de volgende reguliere optie te worden voor diegenen die op zoek zijn naar duurzamere dierlijke eiwitbronnen.

 

Bron: Tracé van varkensvlees 2021, Eos Wetenschap.